1e bezetting:
Wim van Tilburg (sologitaar)
Fons Storm van 's Gravezande (gitaar) ex- The Young Gamblers
Johan Vermeulen (gitaar)
Jack Vermeulen (banjo)
Floor Maton † (drums)
Atty Roovers (zang)
2e bezetting:
Wim van Tilburg (sologitaar)
Fons Storm van 's Gravenzande (gitaar)
Kees Kooiman (gitaar) naar The Illusions en The Thunder Four
Wim Stoop (basgitaar)
Johan Maton (drums) naar The Streams
Atty Roovers (zang)
Overige bandleden:
Frank Dirne (orgel) naar The Streams
Jack Weterings (basgitaar) ex- The Symptomes (Dongen) en Norman David Group;
naar Franky & The Four Spiders
3e bezetting:
Wim van Tilburg (sologitaar)
Cees de Wit (gitaar, zang) was vanaf 1973 met Marjan Kampen actief als het duo Cees & Marjan
Cor Kuyer (basgitaar)
Harry Bruers (drums) o.a. ex- The Black Devils (Tilburg)
De eerste bezetting van The Tuney Strings bestond naast zangeres Atty Roovers uit bandleider Wim van Tilburg (sologitaar), Fons Storm van 's Gravenzande (gitaar), Floor Mathon † (drums) en Johan en Jack Vermeulen (resp. gitaar en banjo).
In de bezetting zijn diverse wisseling geweest; Johan Maton is later drummer geworden, Wim Stoop kwam erbij en Kees Kooijman i.p.v de gebr. Vermeulen. Kees de Wit kwam als zanger/gitarist in de plaats van Fons Storm van 's Gravenzande. Frank Dirne kwam er later nog bij als organist.
The Tuney Strings speelden veelzijdige muziek: country- rock & roll- slow- The Shadows. Atty Roovers zong veel repertoire van Conny Francis, Francoise Hardy e.a., Duits, Frans en Engels en zelfs Ambonese songs. Het publiek kon vragen wat ze wilden en ze speelden het bijna allemaal wat destijds “in” was. Weinig Nederlands, dat is eigenlijk pas vele jaren later gekomen. The Tuney Strings stonden ook vaak in programma's samen met o.a. The Blue Diamonds, Anneke Grönloh, Willeke Alberti, Ria Valk, Annie de Reuver, The Young Sisters enz.
The Tuney Strings deden in eerste instantie vaak mee met aan talentenjachten en pikten regelmatig de eerste prijs weg, of met de band of soms Atty Roovers alleen. In de bekende Bredase dancing de Wiener Grinzing en nog ergens in Breda heeft ze eens gewonnen.
Atty Roovers had contact in Duitsland en The Tuney Strings zijn daar o.a. meerdere keren als grote artiesten ontvangen, overal hingen aanplakbiljetten en stonden ze voor volle zalen. De groep huurde dan een busje, traden twee dagen op en dan de volgende dag weer naar Nederland terug. Het verdiende niet veel maar ze hadden het goed naar hun zin. Totdat ze eens met een kapotte auto op zondagavond vast stonden in Duitsland. Uiteindelijk zijn ze met veel moeite 's nachts laat nog terug kunnen rijden en konden ze direct door naar hun werk. The Tuney Strings hebben ook voor Radio Luxemburg opgetreden.
Zangeres Atty Roovers is begonnen met een vriendin, Vonny Brakkee, en diverse Indische vrienden en zo richtten zij destijds een skiffleband op, met een wasbord, gitaren, met radio als versterker. Met de familie Heuat en Fons en Benny Storm van 's Gravenzande hebben ze ook veel muziek gemaakt; daarmee traden ze ook op tijdens Indische avonden in sarong en zongen diverse Indische en Ambonese liedjes.
Wim van Tilburg en The Tuney Strings zijn ook na het vertrek van hun zangeres Atty Roovers in de tweede helft van de jaren zestig/begin jaren zeventig nog doorgegaan als dans- en amusementsorkest met zanger Cees de Wit (later o.a. Cees & Marjan). Ze namen in 1971 een single op Kom Weer In mijn Armen / Alleen Jij (Lowland 180 116).
Bron: Atty Roovers (foto's en info)
Atty Roovers heeft twee solo singles gemaakt. Na het winnen van een festival voor de beste West-Brabantse zangeres mocht zij eind 1962 voor het Fontana label een Nederlandstalige (tegen haar zin!) single opnemen met Kleine Italiano uit Milano en Kalm Aan (M’n Beste Jongen). Beide songs waren composities van Gaby Dirne. De plaat werd opgenomen in Hilversum met koor en orkest o.l.v. Gaby Dirne. Bekende studiomuzikanten w.o Ger Daalhuizen waren hierbij betrokken. Haar tweede single was een Duitstalige met Sag’ Warum en Da Lach Ich en werd in 1965 op Funckler uitgebracht onder de naam Atty Räuber. Naast Gaby Dirne, waren tijdens deze platensessie ook Frank en Tony Dirne erbij. De Duitstalige plaat werd regelmatig op de Hessische Rundfunk gedraaid. Een Oostenrijkse neef van Atty belde haar eens op met de vraag of het klopte dat ze een Duitse plaat had gemaakt, want hij had haar gehoord op de radio.
Discografie:
1962 Atty Roovers: Kleine Italiano Uit Milano / Kalm Aan (Fontana TF 266.406)
1965 Atty Räuber: Sag Warum / Da Lach Ich (Funckler DD 45.190)
Atty Roovers heeft in de tweede helft van de jaren zestig nog meerdere malen bij Pierre Kartner gezongen in het achtergrondkoor en heeft samen met haar zus onder de naam The Woodsisters meegewerkt aan een LP met Nederlandse covers.